Noé Gillerot

Noé Gillerot neemt deel aan de SOV Composers’ Academy. In november 2022 gaat zijn creatie in première. “Ik ben blij dat ik mijn eigen stijl nog niet heb gevonden.” klinkt het bij de jonge componist.

Als een spel in precisie, beheersing en overtuiging. Zo exploreert Noé Gillerot (22) de kunst van het muziekschrijven. Voor de jonge conservatoriumstudent voelt het traject van de SOV Composers’ Academy als een opwindend laboratorium. Bij elk experiment ontdekt hij meer over het orkest, de instrumenten én zijn eigen muzikale ambities. “Muziekschrijver om den brode wil ik niet worden: voor mij is componeren een heel emotionele beleving.”

Als twaalfjarige zingt Noé Gillerot in het gerenommeerde kinderkoor van de Notre-Dame kathedraal in zijn geboortestad Doornik. De vocale harmonie tussen de koorleden beleeft de jonge Tournaisien als een intense fysieke ervaring. Gefascineerd door de energie die opstijgt uit de notenbalken, slaat hij thuis zelf aan het experimenteren. “Op de piano componeerde ik als jonge tiener kleine melodietjes met ideeën die ik oppikte uit de popmuziek. In die bezigheid kon ik me uren verliezen. Compositie is nog altijd het onderdeel van de muziek waarin ik het meest mezelf kan zijn.”

Na zijn parcours aan de stedelijke muziekacademie – waar hij piano, orgel, zang en kamermuziek volgde – zet Noé Gillerot zijn studies verder aan het conservatorium. Inmiddels zit hij in zijn laatste jaar aan de Arts², École supérieure des Arts de la Fédération Wallonie-Bruxelles. Na zijn masters compositie en notenleer, die hij gelijktijdig afrondt, wil hij nog de opleiding voor dirigent aanvatten. 

Binnenkort mag je ‘gediplomeerd componist’ op je cv schrijven. Heb je je eigen stijl of stem al gevonden?

“Ik denk het niet, en eerlijk gezegd ben ik daar blij om. In het leven verlangen we blijkbaar naar zekerheden en vaste patronen. Maar componist zijn in deze eeuw is juist zo mooi omdat je zoveel vrijheid hebt in wat je schrijft. Experimenteel, consonant of filmisch: de fusion tussen stijlen vind ik bijzonder interessant. Ik stem mijn werk ook graag af op het concert en het publiek waarvoor ik componeer.”

Op welke prestatie in je nog jonge carrière ben je het meest trots? 

“Uiteraard was ik enorm opgetogen met mijn selectie voor de SOV Composers’ Academy. Eerder, in 2020 had ik het geluk mijn eerste compositiewedstrijd te winnen. Mijn prelude werd op cd gebracht door violist Nicolas Dupont en pianiste Olga Kirpicheva. Dat was een hele eer voor mij.”

Waarom heb je jezelf kandidaat gesteld voor SOV Composers’ Academy?

“Voor jonge componisten zoals ik die fan zijn van het symfonische orkest is dit gewoon een unieke opportuniteit. Waar krijg je anders een orkest helemaal voor jou alleen? Op zich is het al heel mooi dat je werk wordt uitgevoerd . Maar het project is ook een troef als je later je diensten wilt aanbieden bij een orkest. Zonder ervaring is het toch heel wat lastiger om je intrede te maken.”

Hoe verloopt het Academy-traject concreet?

“Ik heb intussen drie workshops achter de rug: één met de strijkers, één met de houtblazers en een derde met het volledige orkest. Voor elk van die sessies componeer je op voorhand een kleine partituur met muzikale experimenten en orkestrale details die je wil uitproberen. Op basis van alle feedback die je verzamelt, ga je opnieuw aan de slag om uiteindelijk een compositie te creëren voor de concertreeks.”

Wie coachte je tijdens deze sessies?

“Bij mij waren dat mijn eigen professoren Geoffrey François en Claude Ledoux, en assistent-dirigent Martijn Dendievel van Symfonieorkest Vlaanderen. Ook van gastdocent Daan Janssens, die langskwam met zijn studenten van het KASK & Conservatorium, heb ik veel opgestoken. Verder kwam de coaching vooral van de muzikanten zelf: ze stelden vragen over de partituur, gaven tips over de transcriptie en vertelden hoe zij bepaalde passages beleefden. Het was een ontzettend leerrijke ervaring. Er valt ook zoveel te weten en te ontdekken over de instrumenten en het symfonische orkest.”

Wat zijn voor jou de grootste leerpunten tot nu toe?

“Muziekschrijven vereist een onvoorstelbaar grote precisie. Je mag geen enkele notering of interpretatie in-between laten. Zullen de zacht spelende strijkers bijvoorbeeld nog hoorbaar zijn als je een forte plaatst onder de trompet? Een componist moet exact weten wat hij wil  en hoe hij het wil. Die visie moet hij op een kordate en toch beleefde manier overbrengen aan de muzikanten. Het vraagt oefening om ook in die interactie de juiste toon te vinden.” 

Wat verwacht je van het moment dat je compositie voor het eerst zal gebracht worden voor publiek?

“Het zal de allereerste keer zijn dat een volledig orkest mijn werk zal uitvoeren. Ik zal waarschijnlijk opgewonden en een beetje nerveus zijn. De première van een stuk is altijd heel intens. Misschien durf ik tijdens een derde of vierde opvoering al eens aandachtiger kijken naar de reacties in het publiek en bij de muzikanten. Ik hoop altijd dat mijn composities emoties losweken bij de toehoorders en tegelijk speelplezier bezorgen aan de muzikanten.”

Welke ambities koester je voor de toekomst?

“Mijn grote droom is om dirigent te worden op het hoogste niveau. In mijn vrije tijd wil ik graag blijven componeren. Muziekschrijver om den brode wil ik niet worden: voor mij is componeren een heel emotionele beleving. Het is een manier om de muziek te voelen waar en wanneer ik het wil, zonder druk van tijd of geld.”

Hoor Noé's creatie Hope exists, fortunately ... live tijdens de concertreeks Emperor

Honger naar meer artikels? 

Het driemaandelijkse magazine van Symfonieorkest Vlaanderen - Symfozine - brengt interviews met solisten en (gast)dirigenten, neemt je mee achter de schermen van het orkest en zorgt voor verdieping bij de concerten.

Dit artikel verscheen in Symfozine 94 (september t/m december 2022) en werd geschreven door Heleen Driesen.

Vraag je gratis exemplaar aan

Ook ons drukwerk ontvangen? Stuur je adres door naar info@symfonieorkest.be

Stuur ons een e-mail