Rara enigma ...

Weinig werken die zo zijn uitgeplozen als de Enigma Variaties van Edward Elgar. Geen noot of ze werd drie keer omgedraaid. Nu, de componist was niet vies van wat cryptografische spielerei. Zo zit in elk deeltje een knipoog naar een vriend verwerkt. Daarenboven zinspeelde Elgar op een aanvullend geheim thema dat in onhoorbaar contrapunt doorheen de variaties zou spoken. U raadt het al: nogal wat muzikale speurneuzen hebben de voorbije eeuw meer dan één regenachtige middag de thee aan zich voorbij laten gaan, verdiept in partituren, brieven aan intimi, bijbelpassussen en geheimschrifttabellen. Met de meest uiteenlopende theorieën tot gevolg. Sommige daarvan klinken waarachtig en zijn uitstekend onderbouwd. Andere lijken eerder het resultaat van een zoektocht naar spijkers op laag water, soms met hilarisch vergezochte lezingen. In wat volgt doen we deze traditie alle eer aan en suggereren enkele kandidaat-thema’s. Opgelet: alle strikt van de pot gerukt.

Kandidaat 1: de snor van Elgar

Wat lipbeharing betrof kon Elgar ongetwijfeld met Nietzsche wedijveren. Een knoert van een knevel sierde zijn nobele hoofd. Al die tijd bevond de oplossing van het raadsel zich dus onder onze neus, of toch alleszins onder Elgars neus. Van het linker opgedraaide puntje, naar het rechter geeft dat een w-vorm. Eenzelfde snit herkennen we in het hoofdthema, waarmee het werk aanvangt. Op en neer gaat het, alsof iemand voor de spiegel staat en op diep tragische wijze zijn snor met pommade besmeert. Een melodie op het lijf geschreven.

Kandidaat 2: een oude Griekse melodie

De zesde variatie is opgedragen aan Isabel Fitton, een altvioolleerlinge van Elgar. En inderdaad, met het aanvangsmotief maakt het instrument een aantal ‘snaarkruisingen’ die je met wat verbeelding als een oefening voor beginners kan opvatten. Dat schreef Elgar zelf met zoveel woorden. Is er echter een clou te vinden in verband met ons fameuze enigma? Jazeker, ‘Isabel’ wordt als ‘Ysobel’ geschreven, zoals de Bijbelse koningin die gruwelijk aan haar einde kwam. En dat niet alleen. Als je de Romeinse cijfers van het variatienummer (VI) uit elkaar vijst en de V en I terug op elkaar monteert, krijg je eveneens de Griekse Y. Een vermoorde monarch met Griekse bijklanken, dat leidt ons naar een in 1892 gevonden papyrusfragment. De zogeheten 'Katolophyromai' bevat een zeldzaam melodisch fragment uit Euripides’ theaterstuk Orestes. Grieks? Check! Moord? Check. Geheim thema? Ongetwijfeld!

Kandidaat 3: deuntje naar keuze

De Nimrodvariatie is ongetwijfeld de meest bekende. We krijgen een heerlijk brede en gevoelige versie van het thema, waarbij de karakteristieke septiemvallen meer dan ooit weten te beklemmen. Maar dan ineens een vloek in de muziektheoretische kerk: parallelle kwinten! Zowat elk handboek zal daar in de eerste bladzijden een banvloek over uitspreken wegens ‘hol klinkend’. Eigenlijk zaten ze al in maat 6 van het hoofdthema verstopt, maar in de Nimrod zijn ze wel zeer uitgesproken (en hoorbaar!). Bij publicatie van de partituur voelde de redacteur zich zelfs genoopt Elgar er attent op te maken. ‘Dit is kunst, geen timmerwerk,’ was de repliek. Maar wacht eens even! Als Elgar zelf de regels van het contrapunt aan zijn laars lapt, dan mogen wij het ook natuurlijk. Anders gezegd: het geheime thema is er een naar keuze. 

Kandidaat 4: een Duits koraal

Aan wie de dertiende variatie is toegewijd blijft onduidelijk. In plaats van de gebruikelijke initialen hield Elgar het slechts bij drie sterretjes. Mogelijks verwijzen ze naar Lady Mary Lygon, een nobele dame die Elgar niet zomaar bij naam wou noemen. Maar wij weten wel beter: het is een hint en betekent zoveel als ‘neem de eerste drie noten’. Waarvan? Ongetwijfeld van de romantische klarinetpartij die halverwege het deel op de voorgrond treedt. De eerste drie noten zijn do, si b en la (c, b en a in het jargon). Wanneer je die omkeert – 13 is tenslotte een duivelsgetal – krijg je abc. Die letters vormen op hun beurt dan weer een acroniem, waarin het koraal Ach, Blutbesudelte Christ verborgen zit. Elgar was tenslotte een diep religieuze germanofiel. Een treffender thema valt dan ook niet te bedenken.

Honger naar meer artikels? 

Het driemaandelijkse magazine van Symfonieorkest Vlaanderen - Symfozine - brengt interviews met solisten en (gast)dirigenten, neemt je mee achter de schermen van het orkest en zorgt voor verdieping bij de concerten.

Dit artikel verscheen in Symfozine 94 (september t/m december 2022) en werd geschreven door Régis Dragonetti.

Vraag je gratis exemplaar aan

Ook ons drukwerk ontvangen? Stuur je adres door naar info@symfonieorkest.be

Stuur ons een e-mail