Luistergids Das Lied von der Erde

Gustav Mahler schreef zijn Das Lied von der Erde in een periode dat het leven hem de ene rampspoed na de andere voorschotelde. Het overlijden van zijn dochtertje, een wankele gezondheid en kuiperijen op professioneel vlak bezwaarden zijn gemoed. Desondanks is Das Lied geen onverdunde weeklacht. We horen verrukking om al wat dit aardse bestaan te bieden heeft, zij het met een voortdurend besef van vluchtigheid dat er een mild, oriëntalistisch licht over werpt. Een vaarwel tegen wil en dank?

Das Trinklied vom Jammer der Erde

Wie schippert feller tussen vreugde en verdriet dan de dronkeman? Bezeten koper schettert als een vuist op tafel, terwijl de tenor in zijn uiterste regionen tot de mensheid bralt. Nu en dan zakt de moed hem wat in de schoenen. Het voorhoofd zijgt onzacht neer op de tafel, om vervolgens weer plotsklaps, als aangestookt door de nevelen van de geest, zich met hernieuwde krachten op te richten en nog bitterder tot zijn gezelschap te razen. Wat heeft het uiteindelijk maar te betekenen, die brullende mensaap en zijn leventje van nog geen honderd jaar?

Der Einsame im Herbst

Een aanhoudende noordenwind blaast zijn ijzige adem over het land. En ergens in deze woestenij speelt een versteven hobootje een klaaglijk signaal. Ach, de gang van de seizoenen valt niet te stuiten, net zo min als de ritselende sliert achtste noten die in dit deeltje nooit stil lijkt te vallen. Het is zoeken voor de alt om er iets tussen te krijgen. Hier zingt een mens, verdwaald in een landschap dat haar zowel machtig als vijandig aandoet.

Von der Jugend

Mooie liedjes duren niet lang. We krijgen een opgewekt tafereel van goed geklede vrienden, die zich in een paviljoen fijntjes met elkaar onderhouden. Ondeugende fluitjes kronkelen als drakenmotiefjes op chinoiserie. Maar wacht eens even. Alles wordt op zijn kop gespiegeld in een vijver. Vertwijfeling dringt de feestelijke stemming binnen. De dansachtige kadans krijgt iets slepends, als een aflopend muziekdoosje. Is al dat moois niet breekbaar als Chinees porselein? Neen, weg met die gedachten! De fluitjes doen al gauw weer hun ding en de vrienden hernemen hun vrolijk vermaak als voorheen. Toch?

Von der Schönheit

We blijven nog even bij het water, tenslotte toch het levengevende element bij uitstek. Jongedames dollen wat onder elkaar aan de oever van een rivier. De trillertjes in het hout suggereren zachtaardig gestoei. Maar ineens is het uit met de onschuld. Jachtige hopfiguren kondigen de komst van een bereden garde knappe jongens aan. Pauken kennen de wildheid van hoefgetrappel. Of is het toch eerder het onstuimige kloppen van het hart? Ai, de liefde, dat ontbrak er nog aan. 

Der Trunkene im Frühling

De ene dronk is de andere niet. Regende in het aanvangsdeel zwarte gal bij emmers, in het voorlaatste deel horen we een stoutere drinkebroer aan het woord. Uitdagend richt hij zijn dubbele tong tot een vogeltje. Of de lente weer in het land is? Jazeker. Bah, er schuilt een wreedheid in dat cyclisch herontwaken. Een mens moet het immers slechts met één bloei stellen. Doch de drankroes, met zijn zalige ersatz-hiernamaals, die valt te herhalen. Proost dan maar!

Der Abschied

Presenteren de eerste vijf delen zich als aparte karaktervolle tafereeltjes, dan werpt de finale van Das Lied er een achterwaartse schaduw over, die ze tegelijkertijd verenigt en transfigureert. Alleen al qua lengte beslaat ze zowat de helft van het hele werk. En de emotionele diepgang is er naar. Nochtans is er van veel orkestraal geweld geen sprake. Op bijna kamermuzikale wijze herhalen de harp en de hobo hun lotsmotief. De algemene toon is er een van berusting. Enkele keren speelt het aan de wereld verslingerde hart nog op met een quasi-tutti passage, maar nooit voor lang. Net als in zijn Negende Symfonie laat Mahler de muziek ten slotte zachtjes uitdoven. Iets gaat ongemerkt over in niets. Ewig… ewig…

Honger naar meer artikels? 

Het driemaandelijkse magazine van Symfonieorkest Vlaanderen - Symfozine - brengt interviews met solisten en (gast)dirigenten, neemt je mee achter de schermen van het orkest en zorgt voor verdieping bij de concerten.

Dit artikel verscheen in Symfozine 95 (januari t/m maart 2023) en werd geschreven door Régis Dragonetti.

Vraag je gratis exemplaar aan