Marco Borggreve

Alexei Volodin, thuis in elke stad

Jarenlang leefde sterpianist Alexei Volodin (45) uit zijn koffer, reizend van het ene concert naar het andere. Zowat alle prestigieuze podia ter wereld mocht hij al eens beklimmen. Met dank aan een razende carrière die van start ging toen hij in 2003 de Géza Anda Competition in Zürich won en die sindsdien nauwelijks vaart mindert. Zijn leven als solist maakte van hem een wereldburger die zich bijna overal thuis voelt. Zijn reizen openden hem de ogen voor subtiele culturele verschillen, maar veel meer nog deden ze hem beseffen wat iedereen overal ter wereld met elkaar deelt: ‘universele menselijkheid’.

Wat betekent het woord ‘thuis’ voor jou?

“Ik heb sinds twee jaar een vaste stek, hier in Madrid, waar ik thuiskom tussen het touren door. Thuis is voor mij de plek waar ik geen enkele stress ervaar, meester ben van mijn eigen agenda en enkel met mezelf hoef rekening te houden. Thuis hoef ik niet de ‘professionele’ Alexei te zijn, maar gewoon mezelf: een mens zoals alle anderen. Dat is een van de allerbelangrijkste dingen in mijn leven. Hoe ouder ik word, hoe meer ik dat leer te waarderen. Toen ik jong was en mijn carrière nog maar net begon, kon ik vaak niet wachten om op het volgende vliegtuig te stappen. Zo enthousiast was ik. Ik hou nog steeds heel veel van touren, omdat het een essentieel onderdeel is van wat ik doe: mijn muziek delen met een publiek. Maar met het ouder worden, heb ik wel beseft dat er meer in het leven is dan dat alleen.”

Je hebt tijdens je carrière in heel wat landen opgetreden. Zijn er grote verschillen in hoe luisteraars reageren op je muziek?

“Zeker, maar ik besteed er vandaag veel minder aandacht aan dan vroeger. Waar zijn de luisteraars warm en ontvankelijk? Waar zijn ze wat stugger en koeler? Waar zijn de luisteraars onderlegd, waar helemaal niet? Die vragen hielden me vroeger erg bezig. Maar uiteindelijk zitten er in elk publiek slechts enkele luisteraars die de pianoliteratuur écht kennen en die jouw versie van een bepaald werk kunnen vergelijken met wat bijvoorbeeld een collega doet. Het heeft geen zin om enkel voor hen te spelen, je moet voor iedereen zo goed mogelijk proberen te spelen. Daarom focus ik me vandaag veel meer op wat de luisteraars verbindt, overal ter wereld. Ik richt me op wat zij en ik gemeenschappelijk hebben.”

Hebben de luisteraars een impact op hoe je speelt? 

“Als ik speel, probeer ik toch vooral in contact te blijven met mezelf en met de muziek. Als ik teveel aan de luisteraars begin te denken, is dat meestal een teken dat mijn concentratie niet goed zit. Het is mijn taak om een muziekstuk zo goed mogelijk aan de luisteraars te presenteren. Daarbij laat ik me leiden, niet door wat zij denken, maar door mijn eigen ideeën over de muziek en mijn eigen emoties daarbij. Maar uiteindelijk is elk concert een onvoorspelbaar avontuur en daar moet je ook voor open staan, vind ik. Je weet nooit op voorhand wat er precies gaat gebeuren. Dat is spannend en voelt soms zelfs gevaarlijk aan, maar tegelijk is dat ook wat het leven van een artiest de moeite waard maakt. In een concert kan er altijd meer dan wanneer je enkel voor jezelf speelt.”

Beschouw je jezelf als een kosmopoliet? 

“Helemaal. Ik ben geboren en opgegroeid in Rusland. Ik heb de hele wereld rondgereisd en vandaag woon ik in Spanje – maar dat had evengoed een andere plek kunnen zijn. Ik heb het geluk dat ik me zowat overal thuis kan voelen. Dankzij de muziek heb ik een sterke innerlijke wereld, waar ik me altijd in kan terugtrekken. Zolang ik een piano heb en een stuk muziek om in te studeren, voel ik me goed.”

Hoe inspireren je vele reizen je bij de interpretatie van de muziek die je speelt?

“Het helpt zeker dat je de plekken waar componisten gewoond en gewerkt hebben goed kent, dat je de geschiedenis kent, de cultuur begrijpt… Maar dat bepaalt ook niet alles. Je hele ervaring als mens op deze wereld speelt een rol in hoe je een compositie brengt. Je gevoelens, je muzikale instinct: dat dicteert een interpretatie. Je verandert als mens voortdurend, onder andere door de ontmoetingen die je hebt en de reizen die je maakt. Daardoor verandert de manier waarop je een werk speelt ook. Maar dat gebeurt nooit van de ene dag op de andere. Dat is een heel geleidelijk proces. Anders zou het artificieel klinken of heel rationeel en theoretisch overkomen.”

Je brengt Chopins Eerste pianoconcerto mee naar België. Hoe hou je een werk dat je al zo vaak gespeeld hebt fris?

“Dat is inderdaad dé uitdaging voor solisten zoals ik. Je moet uitzoeken hoe je nu, op dit moment in je leven, oprecht in de muziek kan gaan staan. Je wil jezelf niet zomaar herhalen, maar je kan ook niet zomaar iets helemaal nieuws uit je hoed toveren. Wat mij redt, elke keer opnieuw, is eerlijkheid. Ten opzichte van mezelf én ten opzichte van de muziek. Je moet op zoek gaan naar hoe de muziek je raakt, jij, de persoon die je nu bent. Alleen dan heb je een kans om ook de luisteraar te raken.”

Chopin bleef zijn leven lang heimwee hebben naar Polen, het land van zijn jeugd. Herken je dat?

“Ik denk dat iedereen dat op een of andere manier herkent. Je kan jezelf nooit helemaal losmaken van het land waar je bent geboren en de cultuur waarbinnen je bent opgegroeid. En dat hoeft ook niet. Politiek is één ding, maar de emoties van het hart een ander. Op dit moment voel ik me, net als Chopin, heel erg afgesneden van mijn thuisland, Rusland. Dat geldt voor alle Russen die het niet eens zijn met wat nu gebeurt. Wij zijn ons land kwijt. Maar tegelijk zijn die roots wel de bodem waar je op staat. Waar je ook woont, hoe kosmopolitisch je ook bent.” 

Tijdens je tournee met Symfonieorkest Vlaanderen werk je voor het eerst samen met dirigente Marzena Diakun. Hoe verloopt zo een nieuwe ontmoeting doorgaans? 

“Meestal tref ik de dirigent voor de eerste repetitie in de loge en dan bespreken we de tempi. Ik ben daarin heel bescheiden. Ik blijf altijd dicht bij de partituur en vraag niets extravagants, zoals gekke tempi, of vreemde vertragingen en versnellingen. Ik zoek het spektakel eerder op in het moment van de uitvoering zelf. Verder zijn er tussen een dirigent en mij meestal weinig woorden nodig. Als je min of meer dezelfde ideeën deelt over kunst en muziek, dan vind je elkaar sowieso al spelende. Die connectie ontstaat zelfs buiten je wil om. Het klinkt misschien melig, maar het is zo: muziek verbindt mensen, of je dat nu wil of niet.” 

Kom je graag naar België? Waar kijk je naar uit?

“Ik ben echt dol op België – eerlijk waar. Ik speelde al in zowat elke stad en ik kijk er elke keer weer naar uit om terug te komen. De pralines van Pierre Marcolini zijn voor mij een vast ritueel (lacht). Ik wil deze keer in Gent zeker ook de Sint-Baafskathedraal en het Lam Gods bezoeken. Voor de rest geniet ik eigenlijk het meest van gewoon wat rondwandelen en me laten inspireren door de architectuur, de sfeer en de mensen.”

Honger naar meer artikels? 

Het driemaandelijkse magazine van Symfonieorkest Vlaanderen - Symfozine - brengt interviews met solisten en (gast)dirigenten, neemt je mee achter de schermen van het orkest en zorgt voor verdieping bij de concerten.

Dit artikel verscheen in Symfozine 95 (januari t/m maart 2023) en werd geschreven door Annemarie Peeters.

Vraag je gratis exemplaar aan